Elsbeth de Leeuw ea - Contact Nederlands voor anderstaligen - Boek 3 (oplossingen).pdf

(848 KB) Pobierz
Oplossingen tekstboek hoofdstuk 1
Kort maar krachtig
A
Ik had het kunnen weten
2
Lezen – Kattebelletjes
1. C – 2. F – 3. D – 4. B – 5. A – 6. E
3
a)
Grammatica – Meer over het plusquamperfectum
Het plusquamperfectum
bestaat uit het
imper-
fectum
van het verbum
auxiliare
zijn
of
hebben
+
een participium.
De keuze van het verbum
auxiliare (hebben of
zijn)
hangt af van het
partici-
pium.
Het plusquamperfectum kun je gebruiken in combinatie
met het
imperfectum
of het
perfectum
maar nooit in
combinatie met het presens.
c)
1. kunnen, 2. laten, 3. gewaarschuwd, 4. zeggen, 5. gaan,
6. studeren
d)
Bij het plusquamperfectum kun je de conjuncties
nadat,
omdat, totdat
en
voordat
gebruiken.
4
Luisteren, lezen en schrijven – Zet jezelf op
een memo
plusquamperfectum met
een participium
plusquamperfectum met
twee infinitieven die de
functie van een partici-
pium hebben
De keuze van het verbum
auxiliare (hebben of
zijn)
hangt af van de
eerste
infinitief.
1. U stond op het punt
om naar uw werk te
gaan, toen de telefoon
ging. Het was een col-
lega van uw man. Hij had
een dringende bood-
schap voor uw man. Die
lag echter nog te slapen,
omdat hij gisteren lang
had moeten door-
werken.
U heeft een
briefje voor hem op tafel
gelegd.
2. U stond bij een vrien-
din voor de deur, maar
ze was niet thuis. U
dacht dat ze misschien
boodschappen
was gaan
doen
en besloot om het
later nog eens te probe-
ren. U heeft een briefje
in de brievenbus gestopt
om dat te vertellen.
4. Gisteren gaf u een borrel
voor een paar collega’s. U
moest de hele dag wer-
ken, dus u
had
uw zoon
de boodschappen voor de
borrel
laten doen.
Hij at
zelf niet mee, dus u las pas
toen u thuiskwam wat hij
niet
had kunnen vinden
in
de winkel.
5. Omdat u gisteren met-
een na het werk een verga-
dering had,
had
u uw man
willen vragen
om even wat
spullen voor het ontbijt
voor de volgende dag te
kopen. Toen u op uw werk
aankwam, zag u echter dat
het briefje dat u al voor
hem
geschreven had,
nog
in uw agenda zat.
6. Toen u vandaag op kan-
toor kwam, bleek dat de
schoonmaakster niet goed
had afgesloten.
Ze
had
het
raam van uw kamer
open
laten staan.
U besloot een
post-it voor haar op de
deur te hangen.
a)
Elevatorpitch 2 is de beste.
c)
1. elevatorpitch mag ongeveer
een minuut
duren.
Een
2. moet je elevatorpitch beginnen met een
pakkende
Je
openingszin.
3. moet jezelf
enthousiast
en
overtuigend
presenteren.
Je
4. moet vertellen wie
je bent,
wat
je doet
en waar
je
Je
goed in bent.
5. ervoor te zorgen dat er een vervolg komt, eindig je
Om
het gesprek altijd met een
verzoek.
6. bent beter
voorbereid
op een elevatorpitch als je je
Je
verhaal verdeelt in onderwerpen.
7. moet bij alle onderdelen van je elevatorpitch
bijpas-
Je
sende zinnen
verzinnen.
8.
Afhankelijk van de
situatie
bepaal je welke zinnen van
toepassing zijn.
9. slot moet je zowel een paar
openingszinnen
be-
Tot
denken, als
manieren om af te sluiten.
6
’s Lands wijs, ’s lands eer
1.
a) praten over van alles en nog wat
b) met de deur in huis vallen
c) over koetjes en kalfjes praten
d) Boter bij de vis!
2.
a) en c)
3. Uw wasgoed heeft
twee dagen in de wasma-
chine gezeten. U snapte
niet hoe u dat
had kun-
nen vergeten,
want u
had
zelfs een memootje
op de badkamerspiegel
geplakt.
plusquamperfectum met
een participium
had geplakt
geschreven had
had afgesloten
plusquamperfectum met
twee infinitieven
had moeten doorwerken
was gaan doen
had kunnen vergeten
had laten doen
had kunnen vinden
had willen vragen
had open laten staan
b)
Het plusquamperfectum gebruik je voor een gebeurtenis
of situatie in het verleden, die
voor
een andere gebeurte-
nis in het verleden heeft plaatsgevonden.
1
Oplossingen tekstboek hoofdstuk 1
B
De basis is gelegd
1
Luisteren – Politieke spelletjes
b)
Dat wordt niet gezegd.
2
a)
1.
2.
3.
4.
Grammatica – Passivum
bent
ben
bent
ben
5.
6.
7.
8.
wordt
wordt
bent
wordt
9.
10.
11.
12.
is
wordt
werd
word
Voorbeeld:
Er
moet worden overlegd. /
Er
moet overlegd
worden.
5
’s Lands wijs, ’s lands eer
1.
a) Zich de koning te rijk voelen.
b) Geen rooie cent over hebben voor iets.
c) Geen fluit kunnen schelen.
2.
a) zeer tevreden zijn
b) niets over hebben/geen geld over hebben voor iets
c) niets kunnen schelen
b)
1.
Wordt u vaak genoemd?
2. ijn naam wordt in verband gebracht met een minis-
M
terspost.
3. r werd een verband gelegd tussen mijn naam en een
E
ministerspost.
4. word genoemd.
Ik
c)
Als een actieve zin in het presens of in het imperfectum
staat, moet je in de passieve zin de presens- of de imper-
fectumvorm van het verbum auxiliare
worden
gebruiken,
samen met een participium.
Voorbeeld:
Ik maak de oefening.
Ik maakte de oefening.
= De oefening
wordt
gemaakt.
= De oefening
werd
gemaakt.
Het
object
uit de actieve zin is het
subject
in de passieve
zin.
d)
1. Ik ben nog niet officieel gevraagd.
2. Bent u dus niet benaderd?/ U bent dus niet benaderd?
(met vraagintonatie)
3. Ik ben niet direct benaderd.
4. Door wie bent u genoemd?
5. Mijn naam is opgeworpen.
6. Mijn naam is drie keer genoemd.
e)
Als een actieve zin in het perfectum staat, moet je in de
passieve zin de presensvorm van het verbum auxiliare
zijn
gebruiken, samen met een participium.
Voorbeeld:
Ik heb de oefening gemaakt. = De oefening
is
gemaakt.
f)
Als een actieve zin in het plusquamperfectum staat, moet
je in de passieve zin de imperfectumvorm van het verbum
auxiliare
zijn
gebruiken, samen met een participium.
Als in een actieve zin een modaal verbum auxiliare staat,
moet je in de passieve zin het modale verbum auxiliare +
de infinitief van
worden
+ het participium gebruiken.
Voorbeeld:
Het huiswerk moet
worden
gemaakt!
De volgorde kan ook zijn: het modale verbum auxiliare +
het participium + de infinitief van
worden.
Voorbeeld:
Het huiswerk moet gemaakt
worden!
Als er geen object in de actieve zin staat, kun je de pas-
sieve zin met
er
beginnen.
2
Oplossingen tekstboek hoofdstuk 2
Grammatica – Oorzaak, actie, gevolg, doel,
Ik wil wel wat meer weten
3
reden, conclusie?
A
Onder de loep
2
Lezen – Een overdosis informatie
1. internet, mails, tweets, spam, facebook, trendwatchers,
overload, (filter-)failure
2. deskundigen, journalisten, trendwatchers, columnisten
3. b
4. a
5a. standpunt 1: informatie-overload (er is te veel infor
matie); standpunt 2: filter-failure (we kunnen de infor-
matie niet filteren en/of zijn niet selectief)
5b. sommigen - anderen
6. Voorbeeldantwoord: Ik denk/vind dat we te maken
hebben met een informatie-overload.
Het is voldoende als cursisten hier schrijven ‘informa-
tie-overload’ of ‘filter-failure’; andere dingen mogen
ook.
3
Luisteren – Interview over informatieverwerking
1.
a
2.
c
3. ) Ze doorgronden stiekeme reclame niet.
1
2) Ze geven al hun privégegevens bloot.
4. rochure maken met adviezen voor ouders en scholen
b
5.
Informatie verwerken (zoeken, vinden, beoordelen
1)
en verwerken)
Leren privégegevens te beschermen.
2)
4
Spreken en luisteren – Wat zeggen de getallen?
b)
1. nieuwslezer over inhoud en oppervlakte gebouw
2. onderzoeker over temperatuur en gewicht
c)
°C
cal
cm2
g
ha
kg
m3
a)
1. De voorlichter geeft een aantal tips (om brand te voor-
komen).
2. (Omdat de voorlichter brand wil voorkomen), geeft hij
een aantal tips.
3. De voorlichter geeft een aantal tips, (want hij wil brand
voorkomen).
4. De voorlichter geeft een aantal brandpreventietips,
(opdat de medewerkers in het kantoor veilig kunnen
werken).
5. (We zijn gewend aan koffiezetapparaten), zodat we ze
eigenlijk niet meer opmerken.
6. Brand ontstaat soms (doordat iemand per ongeluk een
koffiezetapparaat laat branden).
7. (De voorlichter wil brand voorkomen), dus hij geeft een
aantal tips.
b)
Zin 3, 5 en 7 kunnen niet omgedraaid worden:
‘want’ betekent: ‘de reden hiervoor is’. De actie moet
dus voorafgaan.
‘zodat’ betekent: ‘met als gevolg dat’. De oorzaak moet
dus voorafgaan.
‘dus’ betekent ‘om die reden/daarom’ en verwijst naar
iets wat voorafgaat.
5
Vocabulaire – Promotie
a)
1. De tekst gaat over het schrijven van een proefschrift/
dissertatie, de hierop volgende promotie en over de
plechtigheid die daarbij hoort.
2. paranimf – promovendus – paranimf
3. …dan verschijnt de pedel die met zijn staf driemaal op
de vloer stampt en roept: “Hora est!”
4. de promotiecommissie
5. Het staat er zwart op wit: de titel doctor.
Bij deze laatste foto hoeven de cursisten dus niet een
letterlijke passage uit de tekst te zoeken, maar mogen
ze zelf een iets vrijer onderschrift bij de foto bedenken.
8
’s Lands wijs, ’s lands eer
Wat een zwendel!
Ik zag laatst een programma op tv over oplichters in het
bedrijfsleven. Ze beweren dat ze tegen een scherpe prijs
goederen kunnen leveren maar ze liegen dat het gedrukt
staat. Bedrijven die met ze in zee gaan, lopen al snel
achter de feiten aan. De goedkope goederen worden niet
geleverd. Veel bedrijven kunnen daardoor hun contrac-
ten niet nakomen. Eerst komen ze in de rode cijfers en
vervolgens gaan ze op de fles. Ze hebben helaas op het
verkeerde paard gewed. En was het maar zo dat de politie
deze zwendelaars eens stevig aan de tand voelde. Dat
gebeurt lang niet altijd: ze glippen vaak door de mazen
van het net.
Liegen dat het gedrukt staat = niet de waarheid spreken
In zee gaan met = met iemand iets ondernemen op zake-
lijk gebied
Achter de feiten aanlopen = maatregelen nemen, terwijl
dit al achterhaald is
In de rode cijfers komen = verlies maken
graden Celsius
calorie
vierkante centimeter
gram
hectare
kilo(gram)
kubieke meter
B
Voor het voetlicht
2
Luisteren – Brandpreventie in een kantoor
a)
1. De voorlichter geeft de tips om brand op de werkplek
te voorkomen.
2. ‘Voorkomen is beter dan blussen’ betekent hier dat het
veiliger en beter is als je brand voorkomt. Dus het is
veiliger om te zorgen dat er geen brand ontstaat. Blus-
sen is dan helemaal niet nodig.
3. De apparaten zijn extra gevaarlijk omdat we zo aan ze
gewend zijn dat we ze niet als brandgevaarlijk herken-
nen.
4. Je gezond verstand gebruiken betekent dat je ergens
nuchter over nadenkt en logische conclusies trekt.
Brandpreventie is een kwestie van gezond verstand
omdat sommige tips eigenlijk heel logisch zijn.
3
Oplossingen tekstboek hoofdstuk 2
Op de fles gaan = failliet gaan
Op het verkeerde paard wedden = pech hebben / de ver-
keerde persoon of het verkeerde bedrijf vertrouwen
Stevig aan de tand voelen = ondervragen
Door de mazen van het net glippen = ontsnappen aan
(juridische) vervolging
Voorbeeldoplossing:
Ik zag een tijd geleden een tv-programma over oplichters
in het bedrijfsleven. Ze zeggen dat ze goederen voor een
gunstige/voordelige prijs leveren maar ze spreken daar
niet de waarheid over. Bedrijven die iets met ze onderne-
men, hebben al snel problemen. Ze krijgen de goedkope
goederen namelijk niet. Veel bedrijven kunnen daarom
niet voldoen aan hun contracten met andere bedrijven.
Eerst maken ze dan verlies en daarna gaan ze zelfs fail-
liet. Ze hebben helaas de verkeerde persoon vertrouwd.
Het zou fijn zijn als de politie deze oplichters zou onder-
vragen. Dat gebeurt maar weinig; ze ontsnappen vaak aan
juridische vervolging.
C
De proef op de som
1
b)
vraag
Lees vaardig: extensief lezen
antwoord
Wat voor soort tekst is het?
een informatieve tekst /
brochure
Waar gaat de tekst over?
Wat is de bron van de
tekst?
Hoe lang is de tekst?
over kamperen bij Staats-
bosbeheer
de brochure ‘Buitenleven’
van Staatsbosbeheer
1 pagina / 1 A4
2
Lees vaardiger: intensief lezen
1. b, 2. c, 3. a, 4. a, 5. c
4
Oplossingen tekstboek hoofdstuk 3
Handjeklap
A
Verkooppraatjes
2
Luisteren – Mag ik u iets
vragen?
c)
1.
2.
3.
4.
uitgeverij
verzamelaar
betaalbaar
foutloos
-ij
-aar
-baar
-loos
a)
Jacqueline Bouwman (gesprek 1)
Harrold de Jager (gesprek 2)
b)
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Jacqueline Bouwman
X
X
X
X
X
X
X
X
Harrold de Jager
X
X
X
onbekend
c)
1. naar, 2. met, 3. over, 4. voor, 5. op, 6. voor, 7. over, 8.
op, 9. Naar, 10. over, 11. in, 12. voor
3
a)
b.
b)
1.
2.
3.
4.
5.
- En wie bent u?
- Voor welk bedrijf belt u?
- Wat is precies het product of de dienst die u ver-
koopt?
- Wat kost me dat?
- Is dit bedrag per maand of per jaar?
- Hoe gaat de betaling eigenlijk?
- Automatische incasso?
- Per acceptgiro?
- Per wanneer gaat het abonnement dan in?
- Voor hoe lang zit ik eraan vast?
- Wat is de opzegtermijn als ik er weer vanaf zou
willen?
- Hebt u deze informatie ook voor mij op papier?
- Of hebben jullie een website waar ik eens kan
kijken?
Grammatica – suffixen
substantief
substan-
de uitgever
tief
adjectief
de mens
menselijk
de fout
foutloos
Lezen – Voorkom spijtaankopen
5
Invuloefening – Herhaling
a)
1. Vergissen is menselijk.
2. Ik heb me ingeschreven voor de opleiding personeels-
management.
3. Wij maken in het weekend altijd een lange wandeling
in het bos.
4. Mijn vader is handelaar in onroerend goed.
5. Als we allemaal ons best doen, moet het haalbaar zijn
om te bezuinigen.
6. Hoe is het met de gezondheid van je moeder?
7. In de laatste les van de cursus boden de cursisten de
docent een kleinigheidje aan.
8. De bakkerij bij ons op de hoek staat al maanden te
koop.
9. Dierlijke vetten zijn niet zo gezond voor mensen.
10. Hoewel mijn vriend vaak solliciteert, is hij al negen
maanden werkloos.
b)
adjectief
menselijk
opleiding
wandeling
handelaar
haalbaar
gezondheid
kleinigheidje
bakkerij
dierlijk
werkloos
gezond
de kleinigheid
de bakker
het dier
het werk
werken
bakken
substantief
de mens
verbum
opleiden
wandelen
handelen
halen
6.
7.
8.
4
b)
de uitgeverij
adjectief
mogelijk
de mogelijkheden
aardig
het aardigheidje
verbum
verzamelen
de verzamelaar betalen
bewerken
de bewerking
betaalbaar
aanbieden
de aanbieding
wensen
bedoelen
de bedoeling
wenselijk
betalen
de betaling
8
’s Lands wijs, ’s lands eer
a)
1.
Nederlanders geven weinig geld uit.
Mijn tante geeft veel geld uit.
Mijn oom heeft veel geld.
2.
c. 13, te weten:
1. op je geld zitten
2. koopziek zijn
3. het geld brandt in de zak
4. geld over de balk smijten
5. een gat in je hand hebben
6. in het geld zwemmen
7. het geld groeit me niet op de rug
8. geld als water verdienen
9. het geld ligt voor het oprapen
10. iets voor een prikje kopen
11. grof geld voor iets betalen
12. geld is rond
13 geld moet rollen
5
Zgłoś jeśli naruszono regulamin